Giardia is een eencellig organisme (flagellaat) die diarree kan veroorzaken bij meerdere diersoorten (hond, kat, mens en waarschijnlijk ook andere diersoorten). Een infectie met Giardia geeft vaak dunne, stinkende ontlasting, soms met bloed erbij en is de meest voorkomende maag-darm parasiet bij honden. De parasiet hecht zich d.m.v. tentakels aan het slijmvlies van de dunne darm. Hierdoor raakt de dunne darm beschadigd waardoor de opname van voedingsstoffen en het verteringsproces verstoord wordt. Door de verstoring in het verteringsproces ontstaat (chronische) diarree. 

Giardia is door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) erkend als een ziekte die van dier op mens over kan gaan (zoönose), vooral kinderen zijn gevoelig voor giardia. Hygiëne is het sleutelwoord als het om preventie van giardia gaat.

Het wordt overgedragen door contact met besmette ontlasting, water of voer. Ongeveer 5 tot 16 dagen na besmetting kunnen honden ziek worden en na ongeveer 7 dagen begint deze cysten uit te scheiden. Meestal merk je niets maar zwakke of jonge dieren kunnen slijmerige, stinkende diarree krijgen, soms met bloed, die regelmatig terugkeert. De voeding wordt minder goed opgenomen en de hond kan afvallen ondanks goede eetlust, een minder goede vacht krijgen of minder energie hebben.

Volwassen dieren vertonen vaak geen symptomen maar kunnen wel andere dieren besmetten.

Giardia is in twee verschillende vormen aan te tonen. Het parasietenstadium (trofozoïeten) vinden we in de dunne darm en is een klein zweepdiertje met flagellen. Het is zelden aan te tonen in de ontlasting omdat het parasietenstadium buiten het dier snel dood gaat. In heel verse (nog warme) ontlasting is het soms onder de microscoop te zien. Uit elke trofozoïet ontstaat een besmettelijke cyste die via de ontlasting uitgescheiden wordt en zo door andere dieren opgenomen kan worden en hier weer voor besmetting kan zorgen.

levenscyclus giardia

Giardia is met medicijnen goed te behandelen. Belangrijk is om alle honden en katten in huis te behandelen ook als ze geen diarree hebben. De dierenarts kan afhankelijk van de symptomen bij uw huisdier het behandelplan eventueel aanpassen. Daarnaast is het belangrijk om de omgeving goed aan te pakken omdat de cysten in de omgeving anders erg lang voor een nieuwe (her)besmetting kunnen zorgen.

Wat betekent dit concreet:

  • Alle honden en katten in huis behandelen met medicatie gedurende 5 dagen
  • Op dag 3 en 5 van de behandeling de dieren wassen, in ieder geval het gebied rond de anus om cystes die hier achter gebleven zijn te verwijderen. Het dier kan zich dan niet op deze manier weer herbesmetten.
  • Eventueel knippen/ scheren van de beharing rond de anus om achterblijven van ontlasting te voorkomen.
  • De mand, kattenbak, voer- en drinkbakken, speeltjes dagelijks schoonmaken met kokend water.
  • Kleedjes waar het dier op ligt zo warm mogelijk en zo vaak mogelijk wassen. Bij voorkeur tijdelijk laten slapen op een handdoek of kleed dat dagelijks in de was kan.
  • Muren, wanden, vloer etc. waar uw huisdier komt zo goed mogelijk reinigen. De Giardia cysten zijn te doden door verhitting (kokend water), chloor en stoom.
  • Opletten waar de hond uitgelaten wordt en opruimen van de ontlasting van uw huisdier. De ontlasting is besmettelijk en kan zo weer andere dieren besmetten.